Al een poosje komt er vanonder onze motorkap een piepend en schurend geluid. Een grondige inspectie gisteravond leerde ons dat de ventilator los hangt van de radiateur en moet worden vastgelast. In Westport bezochten we een 'Radiator Shop' die dit probleem wel zouden kunnen verhelpen voor $60 *SLIK-1*...maar dan pas morgenochtend om 7:30u *SLIK-2*. Als tijdelijke oplossing bond de monteur de ventilator met een touwtje vast.
We deden wat boodschappen en gingen op weg naar Karamea. Deze plaats, 100km ten Noorden van Westport, is de plaats van waaruit veel wandelingen beginnen waaronder de meerdaagse Heaphy Track. Wij wilden naar het Oparara Basin in het Kahurangi National Park. Een flink aantal wandelingen (varierend van 20 minuten tot 1,5 uur) brengt je naar verschillende natuurverschijnselen. De weg er naartoe was 100km verhard en 16km onverhard. Het laatste deel was makkelijk te doen volgens het de dame in het informatiecentrum in Karamea. De 16km nam 50 minuten in beslag maar leek wel 2 uur te duren (niet aan te raden met een caravan)! Door elkaar gerammeld en met een volkome vieze auto door het stof kwamen we aan bij de parkeerplaats van waaruit een tweetal wandelingen begonnen.
De eerste wandeling naar Moria Gate Arch ging, na een steile klim, door een dichtbegroeid bos met overal mossen op de bomen en hangend aan de takken, zoals je dit terugziet in Lord Of The Rings (Fellowship of the ring). Halverwege de wandeling kwam een zeldzame South Island Robin een kijkje nemen bij de bezoekers in zijn bos. Nieuwsgierig ging hij op een tak vlak naast het pad zitten, op nog geen meter afstand van ons! Voorzichtig haalden we onze fototoestellen tevoorschijn, maar het ijdele beestje gaf ons tijd genoeg om hem van alle kanten te fotograferen.
Na een half uur wandelen moesten we de grond in door een nauwe spleet en kwamen uit onder een grote natuurlijke boog, de Moria Gate Arch. Deze 19m hoge en 43m lange boog is ook gevormd door een rivier die er doorheen stroomt. Het water van de rivier heeft een feloranje kleur door het hoge ijzergehalte wat extra opvalt door de witte stenen in het water.
De tweede wandeling ging naar de Oparara Arch. Na 20 minuten wandelen kwamen we bij een reusachtige boog, 43 meter boven het water en 219 meter lang. Een van de grootste bogen van Australasie en dat was duidelijk te zien! Ook hier stroomde een rivier doorheen en de wandeling ging een stuk verder de grot onder de boog in.
Vanaf de parkeerplaats reden we 2,5 km (onverhard) verder naar de laatste parkeerplaats. Vanuit die parkeerplaats begint een tour, die alleen met een gids te maken is, naar de Honeycomb Caves. Aangezien deze tour alleen op afspraak is te maken en $50pp kost, besloten we die over te slaan. Een tweetal andere grotten waren vanaf de parkeerplaats te bezoeken. Gelukkig hadden we onze hoofdlampjes meegenomen. De eerste grot 'Crazy Paving' werd bewoond door de Spelungula Cavernicola, een spin met een maximale lengte van 15cm door zijn voelsprieten. Hij kan in deze grot leven door de bodemsamenstelling en de hoge luchtvochtigheid. Voor de spinnenliefhebbers hebben we er een foto van gemaakt.
De tweede grot die we wilden gaan bezoeken lag 5 minuten verderop en heette 'Box Canyon Cave'. Weer een totaal andere grot dan de eerste. Via een trap liepen we de grote grot (zeer wijd en breed) in en kwamen erachter dat deze ook nog eens heel diep was. We kwamen pas aan het einde nadat we 300 meter hadden gelopen. Vooral met alle spinnen en torren om ons heen was dat een prettig gevoel!
Als laatste wilden we nog 'Mirror Tarn' bekijken. Een wandeling van 20 minuten bracht ons bij dit spiegelheldere meer. Het stilstaande water zorgde ervoor dat de bomen aan de rand van het meer zich perfect spiegelden in het meer. Op de foto die we hebben gemaakt kun je moeilijk zien wat het 'origineel' is en wat 'gespiegeld' is.
We reden de lange weg terug naar Westport en kwamen 2 uur later weer op onze camping aan. 100 km lijkt misschien geen grote afstand, maar als driekwart van de tocht alleen maar door de bergen gaat kan het flink wat tijd in beslag nemen.