De dag om de rest van Nieuw-Zeeland te bekijken was vandaag aangebroken! Jammer om afscheid te moeten nemen van een heerlijke tijd op de farm maar ook weer lekker om verder te reizen. Het mooie weer zorgde voor flink wat reiskriebels bij ons! We namen vroeg afscheid van Carla die op weg was naar haar werk en ontbeten samen met Dana. Vervolgens pakten we onze auto in en vertrokken. Helaas konden we vandaag niet met de boot (alleen de dure reis was nog beschikbaar) maar dat was geen probleem, hierdoor kregen we de kans om een langere (en mooiere) route naar Picton te nemen.
Op aanraden van Carla namen we de Arthur's Pass in plaats van de Lewis Pass. De lange weg langs de Oostkust (SH1 via Kaikoura) hadden we al gereden dus we zochten een alternatief. De keuze was perfect! Vanuit Christchurch vertrokken we via SH73 naar de Westkust. Door de uitgestrekte Canterbury Plains konden we de alpen al in de verte zien liggen. Eenmaal bij Arthur's Pass aangekomen kregen we het ene mooie uitzicht na het andere. Uitgestrekte gele akkers met op de achtergrond schitterende begroeide bergen met besneeuwde toppen. Halverwege de pas stopten we bij Castle Hill. Op loopafstand vanaf de snelweg lagen enorme limestones verspreid over een groene heuvel. Gevormd door weer en wind, leek het geheel meer op een kunstwerk dan een natuurverschijnsel. Hier maakten we een korte wandeling en namen (uiteraard) flink wat kiekjes!
De rit ging verder naar Cave Stream. Van Dana en Hanneke hadden we al gehoord dat je hier een mooie wandeling door een ondergrondse rivier kunt maken. We parkeerden onze auto en kleedden ons om omdat het water wel eens hoog zou kunnen staan. De ingang konden we niet vinden, achteraf bleek dat een groep Duitse toeristen hun picknickplek pal voor het informatiebord had gekozen waardoor het bord aan ons zicht onttrokken werd. We konden wel de uitgang vinden en liepen dus de moeilijkere route stroomafwaarts in plaats van stroomopwaarts.
Bij de ingang (eigenlijk uitgang) aangekomen begon het al goed. Een fikse waterval waar we met behulp van een aantal stalen treden langs naar beneden konden klimmen, leidde naar een stikdonkere grot. Met onze hoofdlampjes op (?ht ideaal nu) stonden we tot ons middel in het water, klaar om door de 942 meter lange grot te waden. Van diep naar ondiep en van smal naar breed daalden we af over de rotsachtige bodem. Af en toe deden we de lampjes uit om te ervaren hoe het is om geen hand voor ogen te zien. De stenen (ook van limestone) zijn gevormd door de rivier die in duizenden jaren tijd de grot haar huidige vorm en lengte heeft gegeven. Onderweg kwamen we nog een jonge aal tegen die, geplakt op een vochtige rots, zijn best deed om te zwemmen. Drijfnat en vermoeid kwamen we een uur later aan de andere kant van de berg weer naar buiten. Een smal pad leidde ons terug naar de parkeerplaats via het informatiebord waar we lazen dat we de verkeerde, veel avontuurlijkere, weg hadden gelopen.
Morgen vertrekt de boot om 13:30u en we moeten nog een flink eind rijden. Omdat we zo ver mogelijk wilden komen, zodat we ons morgen niet al te veel hoeven te haasten, besloten we om naar het plaatsje Murchison te rijden. Vanuit hier zou het nog slechts 2,5 uur rijden zijn naar Picton. De route door Victoria Forest Park met een klein stukje Lewis Pass gaf wederom weer flink wat mooie plaatjes. Rond 20:00u en 400km later kwamen we op een Kiwi-park camping aan, met 2 unisex wc's en 2 unisex douches voor de complete camping. Chaos ten top natuurlijk, maar voor $16 was de camping dan ook redelijk goedkoop. We bakten de zalmfilet die we eerder hadden gekocht en aten deze op met sla uit de tuin van Dana en aardappels...en gingen vroeg slapen. De eerste nacht dit jaar weer in ons tentje!