Eindelijk weer eens een mooie dag. Als vanouds weer een stralend zonnetje en een strakblauwe lucht (bedankt voor het duimen Vincent!). Omdat we de eerste mooie dag zouden gebruiken om wat meer van Christchurch en omgeving te zien, besloten we om naar Akaroa te rijden.
Het stukje land waar Akaroa in ligt (een oude vulkaan) werd door een Franse walvisvaarder in 1838 gekocht van een Maori stamhoofd. In 1840 kwam hij met Franse kolonisten om er een dorp te bouwen. Omdat Frankrijk nog steeds interesse had in Nieuw-Zeeland, werd er een oorlogsschip meegestuurd. Slechts een paar maanden voordat ze arriveerden, werd het verdrag van Waitangi gesloten en plantten de Britten vijf dagen voor de komst van de Fransen een Britse vlag op het Akaroa landgoed. Een aantal jaren later werd het land verkocht aan The New Zealand Company en was het officieel Brits eigendom. Toch zijn nog veel Franse kenmerken in het stadje terug te vinden. Straatnaambordjes ('Rue Jolie'), diverse huisjes en de typisch Franse café's ('Café Eiffel' bijvoorbeeld).
We besloten om de 75km naar Akaroa via Lyttelton af te leggen. Het mooie uitzicht op de 'Banks Peninsula' dat we hadden gehad met de regen, wilden we ook wel eens met een strakblauwe lucht zien. Onderweg kwamen we nog veel meer mooie plaatjes tegen. Het was een zeer heldere dag en bij toeval kwamen we bij een uitzichtpunt terecht waar we zicht hadden op de 'Southern Alps' die aan de westkust liggen. De besneeuwde toppen van Mt. Cook en Mt. Hutt waren goed zichtbaar. Met onder ons het stadscentrum en in de verte de uitgestrekte vlaktes van de Canterbury streek zag dat er schitterend uit.
Eenmaal bij het uitzicht op de Banks Peninsula aangekomen, hadden we meer het gevoel dat we in 'The Bay Of Islands' waren dan dat we dat op het Noordereiland hadden. Groene heuvels, blauw water, gele bergen...mooi hoor. Ruim een uur later kwamen we aan bij een kaasfarm waar je om de dag 'live' kunt zien hoe ze kaas maken. Helaas was dat niet vandaag maar de foto's gaven een goede indruk. We kochten een kaasje en reden door naar Akaroa. Direct vielen de straatnaambordjes en de vele Franse vlaggen op. Het aantal Franstaligen dat hier nog woont is waarschijnlijk op één hand te tellen maar men doet goed haar best om de Franse 'cultuur' te behouden.
Akaroa bestaat eigenlijk uit één hoofdstraat genaamd 'Rue Lavaud', waar alle mooie gebouwen en café's ook te vinden zijn, en een aantal zijstraten. We liepen naar het strandje aan het einde van de hoofdstraat en aten souvlaki (typisch Frans ;-)) aan het water van de Akaroa Harbour. Bij het informatiecentrum kochten we kaartjes van een tweetal wandelroutes in de omgeving. Eén 45 minuten durende wandeling naar het Franse kerkhof...deze is absoluut niet de moeite waard. Je loopt de route in 15 minuten. Het Franse kerkhof is geruimd en bevat thans een sober monument voor de mensen die er ooit begraven lagen.
De tweede route heette 'Akaroa Heritage Park' en was zeker wél de moeite waard. De tocht was goed gemarkeerd en de beschrijving klopte volledig. Een flink steile klim leidde ons door naaldbossen en weilanden naar het 'Heritage Park'. Traditie is om hier een boom te planten als er in je familie een belangrijke gebeurtenis plaatsvindt. Het park wordt onderhouden door vrijwilligers. Daar aangekomen bleek dat het park volledig was begroeid met helmgras en de traditioneel geplantte boompjes allemaal dood waren. Dus genoten we van het prachtige uitzicht over de Akaroa Harbour.
Voor de weg terug kozen we niet voor een saaie afdaling via Long Bay Road maar voor de afdaling via de Tree Crop Farm. Hiervoor liepen we een deel van de route terug om over een hek te klimmen en de afdaling naar de farm te starten. Onderweg lagen er overal bordjes met spreuken en stonden er gekke meubels her en der op het land. De farm zelf bestond uit een enorme tuin met alle soorten planten die je je kunt bedenken. In de tuin stonden bedden, hangmatten, tafels en stoeltjes op de gekste plekken. Op de veranda van de farm stonden banken en schommelstoelen met schapenvellen waar we lekker gingen zitten. Voor $10 pp kreeg je toegang tot de tuin en een schaal vol fruit, chocola, snoep en een groot glas met eigengemaakte bosbessensap. Op de tafels lagen krijtjes om een spreuk ergens op te schrijven. Elk stuk hout in de gehele farm stond dan ook vol met spreuken van bezoekers. In het zonnetje genoten we van ons eten en drinken en liepen toen via de tuin verder naar beneden naar Akaroa.
In het stadje liepen we nog wat rond voordat we met de auto teruggingen naar Christchurch. Lekker om weer eens een dagje echt op stap te zijn. Dit weekend is het laatste weekend op de farm, daarna willen we terug naar Wellington en vervolgens verder reizen over het Zuidereiland.