Toen we wakker werden, hadden we allebei behoorlijk stijve knieen vanwege de klimpartijen en afdalingen gisteren. Vandaag zou een iets minder lange dag worden dan gisteren (14km) en voornamelijk naar beneden gaan. We pakten al onze spullen weer in, hingen de backpacks op onze rug en vertrokken.
Het eerste stuk was een klim van een half uur waarna we langzaam aan de afdaling begonnen. De bewolking was vandaag behoorlijk dik, in de middag was er zelfs regen voorspeld. Na een uur wandelen, liepen we langs de Earland Falls. Een 80m hoge waterval die zich vanuit de steile rotsen naar beneden stort...en dat was te voelen! Er was zelfs een noodroute aangelegd voor als er hevige regenval is. Af en toe drong de zon door de wolken heen en liepen we in het zonnetje. We kwamen aan bij de Howden Hut (gelegen aan Lake Howden) en lunchten.
Vanaf de hut begonnen we aan het laatste stuk, dat wederom begon met een steile klim van een kwartier naar de start van een side-track naar Key Summit. Vanaf deze bergtop zouden we een uitzicht hebben over Fiordland National Park. We lieten wederom onze backpacks achter en liepen de verbazend makkelijke trip omhoog. Bovenop was er wederom een side-track naar een plek waar we zicht zouden hebben op Lake Marian. Dit meer ligt hoog tussen twee bergen in en is gevormd door regen- en smeltwater. Het was eventjes zoeken maar met nog 3 anderen vonden we het pad en liepen de 40 minuten return-trip naar het uitzichtspunt.
Terug bij de backpacks begonnen we aan het laatste stuk naar 'The Divide' waar we om 16:00u zouden worden opgehaald door de bus van Kiwi-discovery. Tijdens de geleidelijke afdaling door het dichte bos kwam een grote Kea even een kijkje nemen. Boven ons zat hij luid te knagen aan een paar takken, waarschijnlijk in de hoop dat wij hem wat brood zouden geven...maar dat was op (net als de koekjes). Rond 15:00u kwamen we aan bij 'The Divide' en wachtten met een aantal anderen op de bus. Inmiddels was de zon weer gaan schijnen wat het wachten een stuk aangenamer maakte.
Op de trip terug naar Queenstown stopten we één keer in Te Anau waar we een lekkere zak chips kochten om onderweg op te snavelen. Op het moment dat we wegreden vanuit Te Anau, zette de chauffeur de film 'Oceans Eleven' op en voordat we het wisten, reden we twee uur later Queenstown binnen. We haalden onze auto op, reden naar de camping waar we een cabin hadden geboekt en renden na het eten naar een warme nekdouche (de douches in Nieuw-Zeeland zitten bijna allemaal op Japanse hoogte) om ons lekker te wassen en te scheren.